Geschiedenis
“Voor uw en onze vrijheid”. Met deze wapenspreuk begint de 1e Poolse Pantserdivisie onder leiding van generaal Stanislaw Maczek aan de bevrijdingsmissie van West-Europa. Dat de Polen in grootte de vierde nationaliteit waren die aan de bevrijding van ons land heeft deelgenomen, is bij velen niet bekend. De Stichting Generaal Maczek Memorial wil invulling geven aan het erkennen van de bijdrage die de Poolse troepen, in het bijzonder de 1e Poolse Pantserdivisie, hebben geleverd aan de bevrijding van grote delen van Nederland. En op culturele en educatieve wijze ervoor zorgen dat we blijven herinneren wat onze huidige vrijheid voor opoffering heeft gekost van vele anderen.
De 1e Poolse Pantserdivisie was een onderdeel van het Canadese leger, opgericht in 1942 in Schotland, en stond onder leiding van generaal Stanislaw Maczek. Op het hoogtepunt bestond het uit 16.000 militairen. Het was een diverse groep Polen. Sommigen waren gevlucht toen Polen bezet werd, anderen waren weggelopen uit het Duitse leger en weer anderen kwamen uit Amerika nadat ze daar eerder naartoe geëmigreerd waren. Allen hadden ze hetzelfde doel: Polen bevrijden uit de Duitse handen. In 1944 maakten zij de oversteek naar Normandië en kwamen via België in Nederland terecht en zo ook in Breda. Maar de oorlog kwam ten einde nog voordat de militairen van de 1e Poolse Pantserdivisie hun vaderland hadden bereikt.
Na de oorlog was het voor de Poolse militairen onmogelijk om terug te keren naar hun thuisland. Tijdens de Conferentie van Jalta in februari 1945 was namelijk besloten dat Polen in handen kwam van Stalin. Dit viel niet in goede aarde van de Poolse bevrijders en hun familie in het thuisland. Zij hadden gevochten voor de vrijheid van hun vaderland, samen met de geallieerden, en voor hun gevoel werd Polen nu verkocht aan de Russen door diezelfde geallieerden. Zij stonden dan ook voor de keuze: gingen ze terug naar Schotland, Engeland, Frankrijk, België of bleven zij in Nederland. Generaal Maczek besloot om met zijn gezin terug te keren naar de Schotse hoofdstad Edinburgh. Daar schreef hij zijn memoires, uitgegeven onder de titel “Od podwody do czolga” (‘Van paard-en-wagen tot tank’). Tot op hoge leeftijd moest hij in zijn levensonderhoud voorzien door middel van eenvoudige banen; hij had te kort in het Britse leger gediend om aanspraak te maken op een Brits pensioen en de communistische regering van Polen weigerde de rol van de Poolse strijders in het westen te erkennen. Aan generaal Maczek werd ook zijn Pools staatsburgerschap ontnomen. Erkenning voor zijn daden kwam pas later toen hij in november 1990 door de regering van de nieuwe Republiek Polen tot luitenant-generaal werd benoemd. Op zijn 100-ste verjaardag ontving hij de hoogste Poolse onderscheiding, te weten de Orde van de Witte Adelaar. Op 11 december 1994 overleed Stanislaw Wladyslaw Maczek in Edinburgh op 102-jarige leeftijd. Conform zijn wens werd hij begraven bij zijn manschappen op het Poolse Militaire Ereveld aan de Ettensebaan te Breda.